Ook hier hangt het weer van af naar waar je kijkt. We zetten de meest prominente factoren van luchtvervuiling even op een rijtje. Let op: we hebben het hier over gemiddelde waarden van heel Vlaanderen. De bijdrages van verschillende bronnen kan verschillen van plaats tot plaats en zijn onder andere afhankelijk van de afstand tot de verschillende bronnen.
PM10: 40% van de uitstoot komt van huishoudens, waarvan verwarming de grootste vervuiler is. Verkeer neemt “slechts” 19% voor zijn rekening, de industrie komt op de derde plaats met 16%
PM2,5: Ook hier staan huishoudens (en dus de verwarming) met stip op 1: 57% van de vervuiling komt hiervandaan. Verkeer volgt met 21%, industrie met 15%.
EC (elementair koolstof): Een factor die vooral in verband wordt gebracht met kankers en die ontstaat bij verbranding van fossiele brandstoffen. Hier is verkeer wél de grootste vervuiler, met 45%. Huishoudens volgen op de voet met 41%, de industrie met 8%.
NOx: Ook hier is verkeer de grote boosdoener, met 61%, waarvan meer dan de helft afkomstig is van luchtverkeer. Industrie volgt ver achterop met 18%, en landbouw zorgt voor 7%.
Ozon: Ozon wordt niet uitgestoten, maar ontstaat uit een reactie van luchtverontreiniging onder invloed van zonlicht. De belangrijkste bronnen zijn verkeer (39%), industrie (25%) en landbouw (11%).
Andere prominente polluenten zijn minder gelinkt aan het verkeer: zwavel komt voornamelijk van de industrie (46%) en de energiesector (33%), ammoniak is dan weer vooral afkomstig van de landbouw (95%).
Met AIRbezen meten we vooral fijn stof, en daarvan is verkeer dus niet de grootste veroorzaker. Het is echter wel de grootste vervuiler als we kijken naar NOx en EC. We rekenen dus zowel een rood als een groen bolletje goed.